+31618553663
mail@nnelinde.nl

Mijn leven als varende nomade

Mijn leven als varende nomade

Wonen op een varend woonschip was mijn grote droom. In 1999 kochten we een stevenaak uit 1886 waarmee we op verschillende plekken lagen. De vrijheid van het kiezen van je omgeving was geweldig: in de zomer in een grindgat, in de winter in een veilige haven dicht bij vrienden en familie en wanneer we een nieuwe stad wilden aandoen kon dat gewoon met je ‘huis’. Een vaste ligplaats zou daarbij vergeleken erg saai zijn.

Hoe kom je erbij om op een schip te gaan wonen?

In 1975 ben ik geboren op een piepklein woonarkje in de Rosandepolder in Oosterbeek/Arnhem. Toentertijd kwamen daar in het zandgat steeds meer woonbootjes te liggen die door pioniers daar neergelegd werden, zonder vergunning en zonder voorzieningen. Mijn ouders waren jonge hippies die graag het avontuur aangingen. Ik ben er geboren en heb er tot mijn zevende jaar gewoond. Aan deze periode heb ik erg veel goede herinneringen, hoe klein ik ook was, opgroeien aan het water en ‘in de klei’ is voor een kind heerlijk, met veel buitenspelen en zwemmen. Het was niet altijd even makkelijk of luxe, ik kan me ook nog barre tochten met de roeiboot naar de kant met ijs en hoog water herinneren. Een periode die mij gevormd heeft.

Al vrijwel mijn hele leven ben ik lid van de waterscouting. Samen varen en buiten spelen met bootjes heeft mij besmet met het ‘bootjesvirus’.

Met een technische achtergrond was het vanzelfsprekend dat ik HBO Scheepsbouwkunde ging studeren.

Na mijn studie wilde ik zo snel mogelijk op een varend schip wonen, met mijn toenmalige vriend ben ik op zoek gegaan naar een geschikt schip en in december 1999 hebben wij de ‘Aleida’ gekocht, een ‘stevenaak’ van 26 meter.

Stevenaak Aleida

Dit schip was slecht onderhouden en erg vuil, in vijf jaar tijd hebben we haar helemaal van top tot teen verbouwd en er een luxe varend woonschip van gemaakt. Deze vijf jaar bestonden uit leven in de puinhoop, elk weekend klussen en op de emmer (puts) naar de wc omdat er (nog) geen goede voorzieningen aanwezig waren. Een zware periode waar ik veel van geleerd heb (je bent jong en je wilt wat).

Leven in de puinhoop
De nieuwe woonkamer op de Aleida

Toen we vrijwel klaar waren met de verbouwing in 2004 liep onze relatie stuk en gingen we allebei op zoek naar een nieuw schip. De Aleida was binnen een week naar Engeland verkocht en ik heb een paar maanden later ‘De kleine Aukje’ gekocht, een skutsje van 14 meter. Dit was een heerlijk en lief scheepje maar toch wat klein en meer een jachtje of caravan in plaats van een woning.

Interieur De kleine Aukje

Ondertussen had ik een nieuwe relatie gekregen en hij kocht een enorme ijsbreker van 29 meter, de Nobiling.

De kleine Aukje, de Fokkelina en de Nobiling

In de loop der jaren ging ik steeds meer op de Nobiling wonen en in 2008 verkocht ik ‘De kleine Aukje’ aan een jonge Engelse meid, de kleine Aukje ligt nu in Londen.

De Nobiling is een erg stoer schip en ziet er fantastisch uit, de motoren zijn een lust om aan te horen. Het wonen is echter niet zo luxe op deze ijsbreker, omdat veel ruimte wordt ingenomen door de machinekamer. De stuurhut is de woonkamer en de slaapkamers zijn klein met ingebouwde meubels. Ik kreeg steeds meer behoefte aan een ruimte waar je ‘gewoon’ kunt wonen en je eigen meubels neer kunt zetten. Ook kreeg ik steeds meer behoefte aan een plek voor mezelf. Een woning op de kant was zeker geen optie, ik zou niet meer terug kunnen naar de ‘wal’. We hebben nog een achteropbouw op de Nobiling gezet die er ooit ook op had gezeten, om zo meer ruimte te creëren. Maar dit was toch niet voldoende voor mij en in 2009 ben ik toch weer op zoek gegaan naar een eigen schip. Mijn partner was hier niet zo blij mee dus we zijn uit elkaar gegaan.

Met alle ervaringen die ik had wilde ik dus een schip waar je echt op kunt wonen en ik wilde ook een schip dat vrijwel af was, opnieuw een schip verbouwen zoals de Aleida had ik nu wel genoeg van. Kleine klusjes vind ik wel prima, dat is mijn hobby.

Op internet kwam ik een tjalk in Delft tegen en aangezien ik daar voor werk moest zijn ging ik toch nog even kijken. Toen ik aan boord stapte wist ik meteen ‘dit is het’, het schip voelde gewoon zo goed aan, het paste helemaal bij mij. De jonge Aaltje is 23 meter lang.

De jonge Aaltje

Met veel plezier heb ik vijf jaar lang alleen op De jonge Aaltje gewoond. Toch begon het varende leven een soort van sleur te worden, het ritme door de jaren heen werd steeds meer hetzelfde. Het werd tijd voor nieuwe dingen. Daarom heb ik in 2017 het schip verkocht en ben ik aan de wal gaan wonen. Ik heb nergens spijt van, het wonen op een schip was fantastisch maar het wonen aan de wal heeft ook zijn voordelen.